mysterybox 1

Pagina top navigatie elementen

Mysterybox: uitvoeren van het experiment

Transcript

LEERKRACHT: Oké, hebben jullie dat (…) geprobeerd?
LEERLING: Ja 4,5.
LEERKRACHT: 4,5?
LEERLING: Nee daar staat 10.
LEERLING: Ja maar ik (…) niet dat het kan rollen.
LEERLING (meet iets op doosje): 5.
LEERLING: Het kan wel!
LEERKRACHT: Nou we gaan zo kijken!
LEERLING: Ja maar je hoort hem ook hoger gaan dat dingetje waar je hem aan kan hangen.

Wat zie ik hier?

• School: Basisschool ‘t Montferland
• Groep: 7/ 8
• Les: Mystery Boxen
• Op elke groepstafel liggen twee dozen. Eén doos is leeg; in de ander zit een voorwerp. De leerlingen moeten raden wat er in de doos (de ‘Mystery Box’) zit door alle zintuigen goed te gebruiken. In de lege doos leggen ze een voorwerp om vervolgens de twee dozen met elkaar te vergelijken: klinken ze hetzelfde als ik schud? Zijn ze even zwaar? Op welke hoogte voel ik het voorwerp tegen de doos aantikken? Hoe ruikt het?
Leerlingen schrijven op wat ze zeker weten over het voorwerp in de Mystery Box en welke vermoedens ze hebben over het onbekende voorwerp. Aan het einde van de les mogen ze de Mystery Box openmaken.

Wat doet de leerkracht?

De leerkracht staat hier model. Ze heeft een onderzoekende houding. Ze doet voor hoe ze de inhoud van de mysterybox onderzoekt. Ze luistert goed naar het geluid wanneer ze met de doos schudt en laat de leerlingen ook gericht luisteren. Daarbij denkt ze hardop na.

Wat doen de leerlingen?

De leerlingen kijken en luisteren naar het voorbeeld dat de leerkracht stelt. Ze doen haar na en luisteren naar het geluid van het voorwerp dat tegen de binnenkant van de doos aantikt. Ze meten ook de afstand van de onderkant van de doos tot waar ze het geluid horen. Deze meting zetten ze op de lijst van eigenschappen over het voorwerp waar ze zeker van zijn: het voorwerp is 10 cm lang. Uiteindelijk komen ze tot de conclusie dat er een pen in de mysterybox zit. 

lesfasen